deRepubliek, stemmen in gemeenten B en W, de Mounties terug
Eén op de drie kiesgerechtigden stemt plaatselijk lokaal, dus op een groepering die niet is gelieerd aan een landelijke partij en in steeds meer fracties vindt in de loop van vier jaar een afscheiding plaats. Je kunt zeggen dat de verkruimeling toeslaat, je kunt ook zeggen dat de democratie zich voegt naar de tijdgeest. De tijd van de zuilen is voorbij, op het vlak van kerk en op het vlak van staat. Veel gevestigde partijen zien hun aanhang slinken en sommige zijn zelf regelrechte gevolgen van de voortschrijdende ontzuiling, met name het CDA (KVP, ARP en CHU) en GroenLinks (PPR, PSP, CPN en EVP). We leven in de tijd van persoonlijkheidscultussen, eigen feesboek, kwetter en linkmijesin.
In de politiek leidt het dus tot een toename van het aantal lokale partijen op de stembiljetten en in de loop van de raadsperiode van het aantal eenpersoonsfracties. De vraag is gerechtvaardigd of al die vanwege een gekwetst ego of een te gevoelige teen afgescheiden types een mandaat hebben, een democratische legitimatie om overal wat van te vinden, met 23 stemmen (enkele familieleden, een paar buren en wat vrienden), maar volgens de wet mag het. Bij een volgende stelselaanpassing (grondwetwijziging) zou daar eens naar moeten worden gekeken. Wat bij alles wat er gebeurt sowieso moet blijven is de mogelijkheid van iedereen die kiesdeler heeft weten te halen zich af te scheiden.
De lokale partijen winnen terrein, maar voegen ze veel toe? Niet zelden kopiëren ze binnen de kortste keren de gevestigde orde die ze juist wel eens even zouden veranderen. Ze beginnen fris en fruitig, helemaal nieuw, absoluut anders, maar na verloop van tijd hebben ze zich volledig aangepast, in hun methodes, discussietechnieken en oordeelsvorming, gevangen in de netten van procedures, bijspijkercursussen, vergaderordes en ons-soort-mensen-besluitvorming. Ze zijn hun rebelsheid in no-time kwijt. Ook de lokalen schikken zich naar de macht der gewoontes, naar het establishment, naar de macht die maar één ding wil: behoud van de status quo. Ze passen zich binnen de kortste keren aan. Wanneer mag je vragen stellen en hoeveel vragen dan? Pluche prikkelt niet, pluche paait.
In kleinere gemeenten wreekt zich dit meer dan in grotere, zeker in gemeenten zonder problemen, welvarende dorpen, die feitelijk uit nette kernen en keurige wijken bestaan, die net zo goed bij omliggende gemeenten kunnen worden gevoegd. Sociale woningbouw kennen ze niet en wat er nog van over is moet tegen de vlakte om plaats te maken voor hedendaagse woningbouw, vooral in het koopsegment en de commerciële huur. Statushouders, verslaafden, daklozen, nooit van gehoord. Het schijnt wel eens voor te komen, maar voor ‘dit soort gevallen’ zijn er de steden in de buurt.
Ook in de aangeharkte gemeenten B. en W. zijn ook verkiezingen. Klein, schoon, welvarend, zo willen de kleinere gemeenten het hebben en houden - groot wonend, elders werkend, zo’n gemeente waar de burgemeester elke dag met de fiets naar het gemeentehuis komt, tegen het middaguur voor de lunch naar huis pedaleert en na de afwas en wat snoeiwerk in de tuin nog weer even gaat werken, Rien van Nunen in Swiebertjesland. Het bezoeken van bejaarden en langdurig gehuwden en het uitreiken van vrijwilligersprijzen heeft topprioriteit. Zo’n als burgemeester vermomde tuinman stuurt de vergaderingen in de door hem gewenste richting. Rustig en beheerst, kundig en bekwaam.
En dan ook nog drie wethouders, waar twee genoeg zou zijn, of één goede. In de gemeente B. leveren twee lokale partijen elk een wethouder naast een bestuurder van het CDA en dezeszelves bloedgroepen dat al sinds de uitvinding van de melbuul een wethouder heeft. Die twee wethouders van de lokale partijen zouden alles ander doen, maar doen alles hetzelfde. Zelf in verkiezingen smoezen en ginnegappen ze met elkaar. De Mounties zijn niet dood, ze zijn wethouder, zij het komischer dan ooit. Een ex-schepen van B. wethoudert nu in het vergelijkbare W. Alles en allen inwisselbaar. Hij functioneert naast twee vrouwelijke wethouders die precies doen wat de burgemeester en de ambtelijke top hen influisteren, en dus ook inwisselbaar zijn.
Waar stem je op als je in zo’n gemeente ter stembus mag? Geen idee. Niettemin is de stembusgang nodig, je kunt ook stemmen, zonder te kiezen, waarover later meer; we hebben nog een paar dagen.
Een escape is: wel stemmen, maar niet kiezen. Je doet je plicht als vrije burger in een vrij land, maakt gebruik van het stemrecht, maar kiest niet, want deponeert het formulier zoals je het krijgt in de stembus. En als je er dan toch bent, kun je mooi tegen de 'sleepwet' stemmen, vanwege een reserendum, ook al weet je dat de regering en parlement een 'nee' gewoon zullen negeren.