Hermans: 'Minderheidscollege een zegen voor stad en democratie'
DIEPENHEIM/ALMELO - Dat het college van burgemeester en wethouders in Almelo niet automatisch een meerderheid heeft in de gemeenteraad is volgens burgemeester Hermans 'een zegen voor de stad en de democratie'. Dat poneerde ze vanmiddag tijdens een bijeenkomst van 'Politiek in de Pol, in de tot cultuurcentrum verbouwde maalderij te Diepenheim. Het is volgens Hermans goed dat een minderheidscollege met het instrument van de overtuiging meerderheden creëert voor uiteenlopende voorstellen.
Het meerderheidscollege van Almelo liep eind vorig jaar op de klippen toen een substantieel deel van de gemeenteraad het vertrouwen dreigde op te zeggen in CDA-wethouder Van Marle en toen D66 haar eigen wethouder Bruggink onderuit haalde. Beide schepenen besloten vervolgens de eer aan zichzelf houden en op te stappen. In de gemeenteraad knapte daarenboven de vierkoppige fractie van D66 in tweeën en daarmee verloor de coalitie haar meerderheid. Besloten werd in zee te gaan met de ChristenUnie, die ex-wethouder Langius van Assen aantrok als wethouder.
Dit nieuwe college moet telkens opnieuw een meerderheid zien te krijgen voor welk besluit dan ook. Dat brengt volgens Hermans een 'grote dynamiek' teweeg, maar pakt vaak goed uit doordat niet per definitie de macht van het getal zegeviert, zijnde een meerderheid van louter collegepartijen, maar die van het argument, met wisselende meerderheden.
Dat gaat, aldus de burgemeester prima, al ontkent Hermans niet dat een versplinterde gemeenteraad (35 zetels verdeeld over 17 partijen en 15 fracties) ook zo zijn nadelen heeft. Ze liet in Diepenheim weten dat deze intrinsieke verdeeldheid zich vooral in de gemeenteraad manifesteert en niet in het college van burgemeester en wethouders. Ze stelde dat de fracties in de gemeenteraad iets meer zouden moeten beseffen dat zelfreflectie van belang is, hoffelijkheid zich ook in de politieke arena uitbetaalt en dat een stad niet met teksten van maximaal 140 tekens, dus met tweets, adequaat kan worden bestuurd.
Om particuliere redenen besloot Hermans geen tweede periode als burgemeester van Almelo te ambiëren. Op verzoek van de commissaris des konings neemt ze momenteel zichzelf waar, tot uit de 21 sollicitanten naar het burgemeesterschap een opvolger is benoemd. Ze sprak in Diepenheim de hoop uit dat de gemeenteraad in eendracht voor een nieuwe burgemeester kiest. Verder stelde ze nog eens vast dat Almelo een mooie stad is, met wat zij noemde een 'goed gemoed', maar ook met grote sociale opgaven. Ze vindt dat de toekomst van Almelo, maar eigenlijk die van de hele regio, ligt in een verdergaande en krachtiger samenwerking met een toekomstgerichte 'Agenda van Twente'.
Op de eerste rij in Diepenheim zaten haar collega Van Veldhuizen, burgemeester te Enschede, en diens secondant, wethouder Eerenberg, beide van D66 en misschien vooral gekomen vanwege aanwezigheid van hun partijleider Pechtold.
Pechtold had er trouwens in Diepenheim totaal geen zin in en beperkte zijn bijdrage tot het kijken naar zijn mobieltje en het hanteren van de automatische piloot, en werd evenmin uit de tent gelokt