Twee miljoen weidevogels, natuur en veiligheid in Overijssel
De provincie Overijssel wil een bedrag van twee miljoen investeren in het bestrijden van problemen door wilde dieren. Dit geld wordt gebruikt om onder meer de weidevogels te beschermen, schade aan landbouwgewassen te beperken en verkeersongelukken met wilde dieren te verminderen.
Het provinciebestuur laat weten trots te zijn op haar boerenlandschap en natuur, maar noemt ook uitdagingen. Zo veroorzaken ganzen schade aan gewassen, verdwijnen weidevogels en vinden er jaarlijks honderden ongelukken met reeën plaats. Volgens gedeputeerde Von Martels voor landbouw en natuur is het van belang dat mensen en dieren goed samen kunnen leven. ‘Dat betekent dat we dieren beschermen waar nodig, maar ook actie ondernemen als ze schade veroorzaken of een gevaar vormen.’
De investering van twee miljoen wordt ingezet voor de bescherming van weidevogels, zoals grutto, tureluur en kievit krijgen meer kans om te overleven door uitbreiding van beheer en inrichting van weidevogelgebieden. In veel weidevogelgebieden, ook met veel zwaar beheer, gaan veel nesten en kuikens verloren door predatie. Om de predatie terug te dringen wordt er daarom op ingezet om de belangrijkste predatoren vos, steenmarter, kraai en verwilderde kat aan te pakken. Uit onderzoeken blijkt dat dit het broedsucces van weidevogels aanmerkelijk kan vergroten.
Om schade aan gewassen te beperken, wil de provincie de huidige populatie zomerganzen terugbrengen naar het niveau van 2005 door door middel van nest- en populatiebeheer, ruivangsten en het aanpakken van koppelvormers. Door te investeren in samenhangend beheer van weidevogelgebieden in nauwe samenwerking met agrarische collectieven en natuurorganisaties, wordt gestreefd naar structureel herstel van de weidevogelpopulaties.
De provincie benadrukt dat de investering van twee miljoen slechts een begin is. Van dat bedrag gaat een gedeelte naar herstel van de weidevogelpopulatie, met name voor de aanpak van predatie. De rest is bestemd voor bijvoorbeeld ganzen- en reeënbeheer. Voor structureel herstel van de weidevogelpopulatie is aanvullend geld nodig, zoals 3,7 miljoen voor inrichting en jaarlijks 6,6 miljoen voor beheer. Mogelijkheden voor extra financiering worden gezocht in toekomstige nationale regelingen, waaronder de 500 miljoen die het Rijk vanaf 2026 jaarlijks wil vrijmaken voor agrarisch natuurbeheer.