De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

VRIJ 60

Het weer knapt met de dag op en (daardoor) ik ook, net zoals de mezen en de merels in wat ik mijn tuin noem, of gelijk vroeger mijn grootouders ’n hof, wat de siertuin was. Mijn moeder kreeg elke zondag een bos gemengde bloemen. Daarenboven was er een  tuin ‘hen-achter’ voor groenten en fruit, deels voor direct gebruik en deels voor de weck.

Afijn, het weer knapt op. En dat  komt me van pas, want was ik altijd gek op regen en wind, liefst in de nacht, nu ril ik al bij de gedachte. Dat heeft vooral met mijn handicap te maken, ook was met het eindeloze verschonen, maar dat doet niets af aan het feit van ongemak van het verschonen van kleding, wat eenhandig vooral onhandig is.

Ter zake nu, want de lente verdrijft de winter, in mijn wilde tuin zingen de merels en de mezen, en de buurman heb ik al weer zijn moordlust horen botvieren aan de andere kant van de ligusterhaag. Het zijn rituelen van de  burgerman die die er ook niets aan kan  doen dat hij nou eenmaal is zoals hij is. Het wordt  lente. Ik ga weldra bloemenzaad kopen.

Na al deze bespiegelingen heb ik ook nog met aardigs te vermoeden: alvast dromen van de bloei en de wecktijd.  Alleen al de gedachte is een feest in 'n hof.

 

Deel dit nieuws!