Overijssel en Gelderland: grenzen met Duitsland slechten

Enschede/Den Haag - De oostelijke grensprovincies Overijssel en Gelderland roepen het kabinet op meer te investeren in de relatie met Duitsland. Met betere weg- en spoorverbindingen, een internationaal energienetwerk en grensover- schrijdend onderwijs moet werken en investeren over de grenzen aantrekkelijker worden. Deze boodschap hebben de commissarissen van de koning Bijleveld en Cornielje op Prinsjesdag het kabinet en het parlement meegegeven. Bijleveld: “We moeten meer gebruik maken van de economische kracht van Duitsland. Versterking van de relatie biedt veel kansen voor de handel en werkgelegenheid. Niet alleen voor de grensprovincies, maar voor heel Nederland.” Overijssel en Gelderland vestigen hiervoor een vertegenwoordiging op het Neder- landse consulaat in Düsseldorf, zo werd allerwegen rondgebazuind.

Een randvoorwaarde zou de verbetering van de weg- en spoorverbindingen met Duitsland zijn, niet alleen om de groei van het goederenvervoer op te vangen, ook om het werken en studeren over de grenzen aantrekkelijk te maken. Er zijn, wordt beklemtoond, nog steeds geen directe verbindingen met het Ruhrgebied, Hamburg en verder. De provincies zien kansen voor een duurzaam energienetwerk over de grenzen heen, zoals windmolens in het landschap en dichtbij de bebouwde kom in het grensgebied. Versterking van de kennisinfra- structuur in de grensregio wordt nodig geacht nodig om de groeiende vraag van het bedrijfsleven aan vakmensen en specialisten op te vangen.  Nu het wettelijk mogelijk is om onderwijs in buurtalen te volgen zou het rijk aan zet zijn zulks te stimuleren. Hetzelfde geldt voor het bevorderen van grensarbeidersverkeer.