Atalanta nu de meest voorkomende vlinder Overijssel, leert telling

MARKELO - De twaalfde tuinvlindertelling van de afgelopen drie weken aan de leidt tot de conclusie dat de atalanta zich in Overijssel het meest laat zien, gevolgd door dagpauwoog, klein koolwitje, citroenvlinder en grootkoolwitje.

Opvallend was dat in de noordelijk provincies, waaronder Overijssel, veel meer vlinders zijn geteld dan in de provincies bezuiden de grote rivieren. Van de getelde atalanta’s werd maar liefst 79 provincies benoorden de rivieren waargenomen. En voor de dagpauwoog was dat effect nog sterker: 84 procent van het totaal werd in Noord- en Midden-Nederland gezien.

'Vlinders hebben nog steeds last van de droogte van de afgelopen jaren', laat de Vlinderstichting weten. 'In de noordelijke provincies is het een beetje koeler en viel net iets meer regen. En ondanks dat deze zomer niet zo heet is, merken we nog steeds het effect van de afgelopen twee jaar.'

Ook Overijssel was dit het geval: de atalanta en de dagpauwoog werden hier veel meer gezien dan in Midden - en Zuid-Nederland. De citroenvlinder werd ook veel gemeld in Overijssel; deze vlinders is talrijker oosten van Nederland dan elders. In Overijssel kwam deze gele vlinder op nummer vier, landelijk eindigde hij op de zesde plaats.

Dit jaar werden er meer vlinders geteld in 2018 en 2019. Veel deelnemers hoopten dan ook op een goed vlinderjaar. 'In vergelijking met de twee voorgaande jaren klopt dat ook', aldus de Vlinderstichting, 'maar als we wat langer teruggaan en vergelijken met de periode 2009-2017, zien we helaas een daling. Vlinders gaan langzaam maar zeker achteruit. De lichte opleving van dit jaar is dan ook geen reden tot optimisme.' Weswege de stichting oproept om in de tuin iets te doen voor vlinders. 'Plant nectarplanten voor vlinders en voedselplanten voor rupsen. Alleen dan kunnen we zorgen de daling een halt wordt toegeroepen.'