De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCLXXI

In de jonge ochtend inspecteer ik de rozentuin en groet een pijlstaart, een roodborst en de hommels in de liguster. Het zoemt en zweemt naar leven en de voortzetting daarvan, te eeuwigen dage.

Het is nog vroege vrijdag, net acht uur geweest, er streept al zonlicht van achter de dorpskerk, een zacht violet dat de dag aankondigt. Ik groet (roekoe) het duivenechtpaar in de haag. Tot zover het gebruikelijke tafereel. En dan zie ik de rups die vlinder werd de bloesem van de witte liguster bestuiven. Alles trilt en parelt, de vonken spatten er af. Het is de ligusterpijlstaart, weet ik, want hij is een veel-geziene gast te mijnent. Men kan hem behalve aan die fijnbesnaarde pijlstaart herkennen aan zijn roodbruin gestreepte vleugels met zwarte tattoos die hij van moedertje natuur meekreeg.

Net als ik de Groene wil gaan lezen in de ochtendzon laat het roodborstje dat in de ligusterhaag domicilie houdt weten dat hij of zij (zo bekend ben ik er weer niet mee) intussen ook wakker is.

De dag is begonnen. Ik ga lezen tot ik ga schrijven.

 

Deel dit nieuws!