Overigens DCXXXI

De picknicktafel aan de Regge in Notter, de motor van Paul Abels en de tachtigste verjaardag van Jeroen Brouwers. En daar dan het verband tussen. Ik leg het uit. Op de zuidoever van de Regge waar Notter overgaat in Zuna is een door bomen omzoomde parkeerplaats met een bank. Vanmiddag pauzeerde ik er even. Jaren geleden trof ik er op een zaterdagmiddag bij toeval Paul Abels, medewerker-uit-aandrift van de Roskam benevens uitgever-uit-hartstocht van boeken, waarvan hij vindt dat ze moeten worden uitgegeven. Ik verbaasde me over zijn vehikel, een enorme motor, in het aanschijn waarvan mijn RIH-herenrijwiel verschrootte. En toch had ik niet willen ruilen. Alles wat een motor heeft en lawaai maakt jaagt me vrees aan.

De combinatie was een verrassing. Je verwacht het niet: Abels, Motor, Regge. Hij was in leer gestoken en gehelmd op weg van Enschede naar, meen ik me te herinneren, Amsterdam. Ik kende zijn motormania niet. We troffen elkaar bij toeval, hij noch ik had hier een pauze gepland. Paul was toen al uitgever van boeken (medeoprichter van AFdH) om niets anders dan dat omdat het leven zonder drukinkt niets is. Niet veel later zou hij een kloek boek over motoren schrijven, dat ik in nog in de kast heb staan. We spraken op dat bankje op de oever van de Regge over de fascinatie voor Jeroen Brouwers, inzonderheid over de schrijnende roman 'Bezonken Rood' van deze getourmenteerde literaire held die vandaag tachtig is geworden.