De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CDLXIII

In het dorp vindt morgen op het Stationsplein de herdenking van de beschieting van trein naar Duitsland plaats, precies 75 jaar geleden, in de kerstnacht van 1944. Vanuit geallieerde jachtvliegtuigen, de Spitfires, werden treinen beschoten die Nederlandse mannen uit de Randstad naar Duitse werkkampen vervoerden. In de trein van 24 december 1944 zaten zo’n veertienhonderd dwangarbeiders uit Zeeland en Zuid-Holland, van wie de meesten waren opgepakt bij razzia’s. Er kwamen vier arbeiders om, maar driehonderd ontsnapten er, van wie velen zich onder het kerkvolk van Rome en Reformatie begaven en meeliepen naar de huizen des verbonds.

Zo ook Jo van Someren die onderdak vond bij een familie aan de Wethouder Van Burenstraat. Mans en Dika Maris zouden hem tot de bevrijding kost en inwoning bieden, want in een huishouden met vijf kinderen, van wie mijn moeder de jongste was, moest volgens mijn opa Mans, voorman bij Ten Bosch en medeoprichter van de melkcoöperatie, ook een (schuil) plek voor een man in gevaar zijn. In hoeverre daar de zang van engelen in de velden van Efraïm, de geboorte van een godenzoon in een stal en de aanbidding door de 'koningen' Caspar, Melchior en Balthasar iets mee te schaften had weet ik niet, wel dat het 'kindeke' Jezus in het jaar vier voor Christus is geboren.

Na de bevrijding keerde Jo van Someren terug naar het westen waar hij na zijn trouwen met Dora in Rotterdam ging wonen, maar elk jaar kwamen ze een paar dagen terug om al die Marissen te bezoeken en dan logeerden ze bij mijn oom Herman en tante Hanna. Ik ben nog een paar keer bij Ruud van Someren en Nel van Someren geweest in Capelle aan den IJssel geweest en zij  komen wel eens bij mij als ze de van 1944 daterende traditie van voortzetten en de plek bezoeken waar het verhaal van hun vader/schoonvader 75 jaar geleden begon met de beschieting van een trein en dorpelingen deden wat de omstandigheden en de barmhartigheid hen ingaven.

 

Deel dit nieuws!