De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCCXCXVII

Je kunt het je niet voorstellen dat alles zou worden wat het is. Wat het moest zijn is het geweest, ooit, een ogenblik, een steroïde in de nacht, maar de donkerte kwam en daarmee de benauwenis, de bedomptheid van ontbinding, de opgeslotenheid van wat je nooit zou laten gebeuren, de treurigheid van de tredmolen - zonder goed, geld en gaven.

Dat wat je voor gepolijste principes hield afgesleten prullaria bleken te zijn. Dat wat zich als bloesem vermomde gifgroen bleek te kiemen. Je zonk af naar helse bodems van een tranende oceaan en de walkant brokkelde af waar je hand reikte. Wat zo zeker had geleken bleek geen sprietje houvast. Je geloofde in opbloeien, maar berustte in afsterven.

Wat je zou bewaren werd overboord gekieperd. Brandende liefdes doofden in schrijnend onvermogen, branie stierf in bloeding. Het leven sijpelde uit je donder. Straaltjes druppend bloed, etter uit je hart. Wat je kreeg uit de dampsoep van pussap, pijnpit en pekel bleek wat je al je leven lang verfoeide, en...wat je wist je nooit nee nooit zou overkómen.

De illusies  en de idealen zijn verstoven, de idealen verbrand, op doodgaan na is het leven geweken, elke dag een draadje, soms nog de glimlach bij een herinnering, toen de dagen nog rein waren, met de zekerheid van een licht bestaan, het grijst in vele tinten, laat de nacht komen, kuilen zijn gegraven, alleen het vallen wil nog niet, vallen, vallen, vallen...

Deel dit nieuws!