De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCCXCXIII

Een schreeuw van angst uit de ondergrondse beschutting. Dat dacht ik in eerste instantie. Of toch een terugtrekkende beweging uit de jachtige wereld van het van alles moeten. Dat dacht ik in tweede instantie. Een man die op  een verloren stukje grond een kuil graaft en die toedekt met wat de natuur zoal voortbrengt aan takken en grassen, en wat de  'gewone' sterveling in zijn bugerleventje zoal aan de traat diftart.

Het kan ook een mengeling zijn van afkeer van de burgerwereld, buitenkantvertoning, en consumptiedrift. Walter de Rochebrune, non-actief mijnbouwingenieur die  in onmin met maar wel nabij zijn moeder woont, in een tot takkenhut verworden denkaboratotium. Hij heeft geen betaald werk, zijjn arbeid bestaat uit denken -  hoofdzakelijk over de kracht het bestaanbare van het onberstaanbare'.

De ondergrondse hutman kiest vrijwillig voor dit bestaan, doet geen vlieg kwaad, laat staan een mensch, maar tientallen jongeren hebben hem ontdekt en treiteren hem. Ze scheeuwen, vloeken en slingeren enge ziektes in zijn richting; dombies met mobieltjes. De gemeente is gewaaarschuwd, maar druk met drugspanden sluiten en ambtenaren reorganiseren. De politie geeft geen sjoege als buurtbewoners de bescherming van hun lieve buurman afsmeken en de hulpverleningspenoze vergadert of snipperdagt.

 

 

Deel dit nieuws!