De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCCXXXIV

Ware hij, bijna een kwart eeuw geleden, niet gestorven, dan was Joop de Uyl vandaag honderd jaar geworden. Dat had gekund, want de sociaaldemocratische premier Drees werd 102 jaar en de rooms-katholieke De Jong 101. Alleen al de grote aandacht voor de verjaardag die hij bij lange na niet haalde, geeft aan hoe zeer Den Uyl tot de verbeelding sprak, te zijnen voordele, maar ook ten detrimente. Mijn vader walgde van hem, wat ik niet begreep, want tot op de dag van vandaag denk ik dat met de spreiding van kennis, macht en inkomen niet zoveel mis was en dat het land er met de voorgestane grondpolitiek en vermogensaanwasdeling net iets beter bij had gelegen. Het probleem met Den Uyl was dat hij niet doorpakte; hij bleef pappen en nathouden, doorsleepte dagen en doorrookte nachten – een gereformeerde concensuszoeker, wat na vier jaar tot Van Agt/Wiegel leidde, dat ook tot niks kwam, maar wel bamiborrelend en potverterend.

Ik heb ze alle drie geïnterviewd, korte baan-gespekken, eindjaren zeventig: Den Uyl in Almelo (De Hagen), Van Agt in Nijverdal (Buursink) en Wiegel in Enschede (Memphis). Wiegel was een automaat (je gooide er een vraag in en kreeg een referaat zonder antwooord), Van Agt was grappig, maar die zei ook niets dat naar een antwoord zweemde, Den Uyl was de inhoudelijkste, maar verdwaalde in zijn idealistische vergezichten. Toch maakte Den Uyl op mij de meeste indruk, doordat hij  hoorbaar méénde wat hij zei en bevlogenheid ademde. Hij geloofde in wat hij verkondigde aan vrijheid, gelijkheid en broederschap en hoewel Ome Joop (die koosnaam zegt óók veel) eigenlijk niets bereikte is hij voor mij de laatste authentieke PvdA'er. Dat komt ook doordat we nu zitten met uitvretende volvreters die slechts één ideaal hebben, namelijk hoe worden we hoog, hoger, hoogst: het ijdeltuitsocialisme van baantjesjagers á la Timmermans en Dijsselbloem.

Deel dit nieuws!