Overigens IX

Het is 29 jaar geleden dat ik met veertien andere kerels in acht dagen van Rijssen naar Boedapest (Szokkolya) fietste. Bij toeval ging ik mee. Voor de grap vroegen de jongens van de Tourclub Rijssen me mee. Ik zou er niet over begonnen zijn als ik niet vandaag een deel van mijn archief terugkreeg dat in 2014 in een opslag ging.

Al mijn leven lang fiets ik, op twee hachelijke maanden na bezat ik nooit een auto. Voor mij en vooral voor andere weggebruikers wel zo veilig. Ik fietste, maar dan vooral in Twente: interview in Noord-Deurningen, raadsvergadering in Den Ham, persconferentie in Tubbergen, redactieoverleg in Hengelo, terrasbezoek in Enschede en voor de hobby bij nacht en ontij naar horecacentra en natuurgebieden. Ik fietste wel eens naar een statenvergadering in Zwolle of een voetbalwedstrijd in Hardenberg, maar gemiddeld zal het niet meer dan dertig kilometer per dag zijn geweest, want de meeste tijd zat ik overdag louter stukken voor de krant te tikken en te redigeren: vier edities (Stad, West, Oost en Noord) in de Gemeentekring Almelo.

Dan is acht dagen achtereen gemiddeld tweehonderd kilometer fietsen per dag toch veel. En dan schreef ik als de meeste anderen op bed lagen. Elf ploeggenoten gingen zich soigneren, daarna op tijd te bed, verder niks, laat staan nog een paar uur 'op café. Serieus en saai. Met enkele bentgenoten ging ik de hort op, want als je dan toch in Praag en Wenen bent.... Na terugkomst in het logement diende ik ook nog elke nacht een verslag schrijven dat ik des ochtends voor het Grand Départ  bij een postkantoor moest doorbellen ('op de plaat') naar het zenuwcentrum van de Twentsche Courant zaliger nagedachtenis. De knipsels vond ik vandaag terug..