Rijssen-Holten door met starterslening; blijverslening Losser/Oldenzaal

Rijssen/Losser - Ofschoon de rijksoverheid en de provincie Overijssel geen geld meer over hebben om bij te dragen in het verstrekken van leningen aan starters op de woningmarkt wil de gemeente Rijssen-Holten er toch mee doorgaan. Andere gemeenten, waaronder Losser, willen ermee stoppen. De beide gemeenteraden komen er nog over te spreken.

Voorheen dokte de rijksoverheid de helft van elke lening en betaalde de provincie een kwart van de kosten, nu moet een gemeente de volle starterslening op het zere been nemen.

Naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten bevorderen de startersleningen de doorstroming op de woningmarkt en het woonklimaat annex de levendigheid/verjongen van buurten en wijken. Voor veel jongeren is een leninng van de gemeente een uitkomst voor starters ter aanvulling op de maximale lening die de bank wil verstrekken. De starters hoeven de starterslening gedurende de eerste drie jaar niet af te lossen.

Het college in Losser vindt een aanvullende lening tegen nul procent rente geen 'speerpunt' van beleid meer en geeft het in de Woonvisie evenmin prioriteit. Dit in tegenstelling tot het (nog in te voeren) instrument van de blijversleningen. Starters op de woningmarkt kunnen volgens het Lossserse college eenvoudiger een hypotheek afsluiten dan ouderen.

Ook in Oldenzaal stelt het college van burgemeester en wethouders voor ouderen geld te lenen als ze vanwege handicap of ouderdom noodzakelijke aanpassing/verbouwing van hun woning moeten realiseren die ze niet zelf kunnen bekostigen, een blijverslening dus. Het gaat om een revolverend fonds: het uitgeleende geld vloeit via aflossingen terug, zodat ook andere mensen daar een beroep op kan doen. De gemiddelde kosten van een woningaanpassing om in het huis te kunnen blijven wonen bedragen volgens het college negenduizend euro.