VRIJ 35
Er zou geen leven zijn zonder mieren, torren en spinnen. Ze ruimen op, ze werken zich uit de naad, vaak letterlijk, ellke dag opnieuw. Zonder mieren en spinnen zou het pas echt een zooitje zijn. En onleefbaar, want zij zijn de draadjes van adem heeft en leeft. Lang leve de beesten met haarstrengen aan de kop; natuursensoren aan de kin. Harry ter Balkt, de dichter uit Usselo, kon er mooie verhalen over vertellen.
Hij dicht vaak over dieren, want die staan op zijn levensladder dichter bij de essentie van het leven zoals veel mensenkinderen die ervaren. Ik herinner me in vage trekken nog hoe ik eens voor de fabriek van Hofkes met een stokje dat ik - toen een jongen van en jaar of vijf - met een stokje tekeningen in het stuifzand maakte, naar de natuur, mieren en pieren, en dat oom Jans Waalderink me kwam manen naar huis bracht.