Rare vogels
Ach, hoe nijver zijn de vogels in dit jaargetijde! Het zingt, kwettert en huppelt er driftig op los, gedreven door paar- en nesteldrang. Het treft, dat wij een rommelige tuin hebben. Daar houden onze gevederde vrienden van. Een door wilde planten omzoomd vijvertje hier, veel ruig struikgewas om in te schuilen, bomen die fungeren als slaapplaats, bessendragend struweel dat leeftocht biedt.
Vanzelfsprekend doen wij ook aan vogelwaarneming. Daartoe ligt er een verrekijker op tafel, wat de determinatie vergemakkelijkt. Het is overigens een voorwerp, dat aanleiding geeft tot verhitte discussies. Was het nou een fitis of een tjiftjaf? De wederhelft is doorgaans heel stellig – in alles eigenlijk – terwijl ik, wijzend op de kenmerken in de zeven vogelgidsen die wij hebben, het tegendeel tracht te bewijzen. Meestal tevergeefs.
Onlangs richtte ik de kijker op de rand van onze heg, toen ik een paartje zag. Dat wil zeggen: een man en een vrouw. Zij draalden een moment, keken links en rechts en begonnen elkaar vervolgens hartstochtelijk te kussen. “Zie je een bijzondere exemplaar?” vroeg de wederhelft. “Uh, ja, een stel groenlingen” – repliceerde ik. De eega, met haar arendsogen, zei dat het mussen waren. Ik gaf haar direct gelijk.
Terwijl zij boodschappen deed besloot ik de waarnemingen in een breder perspectief te plaatsen.
Aan de achterkant van de woning zijn roodborsten bezig met een nestje. Mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld toen schuin tegenover ons in de woonkamer een gordijn opzij werkt getrokken, waarna de sterke kijker tot mijn niet geringe schrik zicht gaf op de overbuurman en vooral op zijn ontblote klokkenspel. Plotseling realiseerde ik mij dat hij en zijn partner een standplaats hebben op een nudistencamping.
Vervolgens werd mijn aandacht getrokken door de buurvrouw recht tegenover ons die in de slaapkamer wat schikte aan haar bh. Omdat ik schuin omhoog keek, draaide ik onze jaloezieën wat teneinde het tafereel te beoordelen, Bedoelde buurvrouw zag kennelijk wat bewegen, daar zij strak mijn kant op keek. Geschrokken wilde ik de lamellen dichtdraaien, maar deed dat ongelukkigerwijze de verkeerde kant op, zodat mijn verrekijker en ik vol in beeld kwamen.
Ze praat niet meer met ons.
TEKST ERIK ENDLICH