Overigens CCXVIII
Een man schiet in een tram te Utrecht om zich heen, er zijn drie doden en een aantal (zwaar) gewonden. Het is naar men zegt een Turkse man. Ook verneem ik dat hij vanwege eerwraak tot zijn dramatische daad moet zijn gekomen. Er zijn meteen voor de hand liggende commentaren en conclusies. Er zoemt een naam rond, er klinkt een roep om wraak.
Een dag eerder schiet een man in Nieuw-Zeeland wild om zich heen: negenenveertig doden, meer dan vijftig (zwaar) gewonden. Ik verneem dat het een witte man is en dat het overhoop schieten van zoveel mogelijk gelovige moslims zijn doel was. Er zijn vragen over hoe en waarom. Er zijn veel vroege speculaties en nog meer voorbarige gevolgtrekkingen.
Wat moet je ervan zeggen? De onbevattelijke daden kun, nee, moet je veroordelen. Ik denk dat godsdienst in de meest beperkte opvatting van het woord uiteindelijk woordloos maakt. Letterlijk, met een geweer en met kogels. Verklaringen zijn er niet, alleen onmacht, waanzin, blinde woede, onnbegrip ook, tranen, woede, medeleven metterdood.
Ik wil een overenkomst benoemen. Niet het aantal slachtoffers telt, want Abel Herzberg schreef: 'Er zijn geen zes miljoen joden vermoord, er is zes miljoen keer een jood vermoord.' Ook een verschil: Jacinda Ardern, pemier van Nieuw-Zeeland, reageerde soeverein-gescholt, premier Rutte van Nederland en alle politici met hem verkiezingskoortsig - bah.