De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CXVIII

Terugfietsend van een controlebezoek aan de tandarts werd ik op een binnendoorweggetje terzijde de Hogelucht gedwongen door het beeld dat ik kreeg met wat Johannes Vermeer vermoedelijk 'meisje met paddenstoelenmuts 'zou hebben genoemd. Ze deed me denken aan een schilderij of dat ik droomde dat een schilderij was in de vleugel voor neurologische kwalen in het ziekenhuis, een troostrijk schilderij van donkerdood en lichtleven.

'Meneer, is deze paddenstoel veilig voor mijn mond?, vroeg ze toen ik langzaam passeerde. Ik staakte mijn trapbeweging en zei dat je nooit zomaar iets moet eten van dingen die je langs de weg ziet staan of liggen. Het meisje had een muts op haar bruinblondgelokte hoofd. Ze keek me guitig aan en zei: 'Wat hebt u een coole skelter.'

'Papa zegt dat je sommige paddenstoelen kunt eten, zoals sampiejons.' Dat moest ik erkennen, doch voegde eraan toe: 'Maar die koopt hij dan in de winkel, denk ik, die zien er anders uit en die kun je wél eten. Andere paddenstoelen. zoals deze, zijn gevaarlijk, daar maken heksen vergiftige zalf van, die kun je dus beter niet plukken.'

Ze trok de muts van haar hoofd, waarna vliegenzwammen uit haar krullen vielen. 'Getvervaarlijk!', riep ze. 'Dat is in elk geval een mooi woord dat je hebt gevonden', dacht ik haar te prijzen, 'Nee, rare meneer, dat heb ik niet gevonden, maar zelf bedacht.' Ze lachte gemaakt boos naar me en ik dacht naar huis fietsend op mijn coole skelter aan dat al dan niet gedroomde troostrijke schilderij dat me uit de heksenhanden met vergiftige zalven heeft gehouden. 

 

Deel dit nieuws!