Overigens LVI

Laat ik het vandaag maar over Nieuwstraat in Almelo hebben. Ooit, in de jaren negentig, maakten technicus Jan-Erik Plettenburg en ik een reeks radioprogramma's over die straat. We zaten elke zaterdag een uur op een plek aan die weg en zonden live uit via Radio Almelo. Mooie radio, al zeg ik het zelf. Ik sprak met ondernemers, bewoners, passanten en politici, elke week anderen. (Zo'n audioreeks maakten we trouwens ook over de Ootmarsumsestraat en het Vincent van Goghplein, maar dat tussen haakjes, zoals u ziet.)

De Nieuwstraat was de eerste winkelstraat buiten het centrum van Almelo, een nieuwe weg vanwege de woningbouw in 'uitleggebieden' als Beeklust en op gronden van Ossenkoppele. Bezijden de nieuwe straat kwamen topwinkels van die tijd en ontstonden volkswijken ter huisvesting van de werkende klasse en gegoede burgerij. De korenmolen De Hoop en de melkfabriek ACO waren bronnen van welvaart, maar in de jaren negentig  was de ACO al weg en lamenteerde de molen in afwachting van Hennie Rutgers die er later een folkloristisch-toeristische attractie van zou maken. In de kwartieren van de uit de gratie gerakende Nieuwstraat, waaronder Boomsplaats, Goossenmaat en Witvoetenbuurt, was ondertussen sprake van toenemend verval en bederf, materieel en immaterieel. Het type wijk dat in die tijd een probleemcumulatiegebied werd. De gemeente liet het gebeuren, willens en wetens, zeker na de afbraak van de Mendes-buurt.

We zonden ons radioprogramma vanuit de lampenwinkel van Idema (al weg), de stoffenhandel van de latere wethouder Sjoers (ook weg), een Turkse supermarkt, een fietsenzaak annex vuurwerkwinkel, de radio- en televisiezaak van Leo de Rijter (waar mijn vader in de jaren zestig/zeventig nog een poos boekhouder was) en de woning van een familie Sluijter. We spraken met mensen over de rijke historie, de vergane glorie, de werkloosheid, de cultuur van de bieren en de duiven bij De Witpen, eigenlijk Witvoetenstraat, het gebrek  aan werkelijke interesse van de overheid en hoe de verkleuring van de wijk van verrijking tot verarming werd.