De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens IXXX

Van mij mogen ze die hele Tour de France houden. Blij dat het afgelopen is. Zoals het voetbal kapot gaat aan de miljoenen die worden betaald aan gesoigneerde mietjes die voor tientallen miljoenen worden verhandeld, zo gaat het wielrennen naar de kloten door de met reclame volgeplakte miljonairs die elke dag een blokkie fietsen, op het eind hard.

Wielrennen, dat is voor mij de jaarlijkse kermiskoers in elk dorp. Aan de hand van mijn mijn vader ging ik er naar toe, als het in buurt was met het herenrijwiel, achterop bij die ouwe, later naast hem met mijn eigen jongensfiets, een Batavus, door mijn vader Speedy Blauw genoemd. Als het slecht weer was gingen we met de DAF 33. Jaren achtereen gingen we op vakantie naar Nunspeet, waar we veertien dagen bivak kozen in een 'huisje' in de tuin bij de familie Vis. En dan gingen mijn twee jaar jongere broer en ik met mijn vader in de vooravond naar Elspeet, Oosterwolde, Oldebroek, Staphorst of Wezep - of God die ook van dit soort wielrennen houdt weet waar nog meer naar toe. Onze helden waren Fedor den Hertog en de gebroeders Vlot uit Wanneperveen, waarbij mijn broer voor Wicher Vlot was en ik voor Jans. En we waren allemaal, ook mijn vader, fan van Dolle Dries, de oermens die naar later bleek ook nog een aardig stukje kon schaatsen.

Buiten de vakantie om gingen we in uithoeken van Twente naar de Ronde van Zus en de Ronde van Zo. De dagen van Arie Hassink, Henk Nieuwkamp, Johan Pluimers. Herman Snoeijnk, Jan Lenferink, Henk Poppe, en het beste wat Twente op twee wielen voortbracht genaamd Hennie Kuiper. En de meest kleurrijke: mijn overleden collega en correspondent Wim Neeskens, ofwel de Beul van Borne, met wie ik toen hij al ziek was voor camera sprak, over leven en dood, de aannemerij, de journalistiek én de wielrennerij. Kijk: https://vimeo.com/68475971

Wat me tot de dag van nu heugt is dat ik aan de hand van - daar is hij weer - mijn vader op een winterdag naar Enter ging en daar ene Eddy Merckx de koers zag winnen. Het moet eind jaren zestig zijn geweest, in mijn jongensschrift staat zijn handtekening, maar waar is dat schrift? Alles gaat teloor. net als de romantiek van het wielrennen, ben ik bang.

Deel dit nieuws!