De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens XXIII

Het was vanavond weer even april 1995. Ik opende namelijk een envelop met necrologieën bij het overlijden van Willem Frederik Hermans en was opeens met de gedachten in Reutum.

Reutum, dat is het dorp van Hettie Olde Loohuis, ooit de eerste vrouwelijke wethouder der gemeente Tubbergen, in de tijd dat ik eindverantwoordelijk was voor de editie (de jaren tachtig) en Hanny ter Doest met de redactie belastte, later Hans Berkhout; vrouwen gedijen daar goed. Olde Loohuis werd ter redactie Hettie Ballettie genoemd, al was ze een voetballer. Ze had ooit een vrouwenelftal opgericht en werd daarmede kampioen van Nederland. Ook is ze nog een poos voorzitter van vv Reutum geweest. De grote baas in de gemeente was trouwens wethouder/watergraaf Bernard Weersink uit Hezingen. Hij bestuurde de gemeente met zijn duim en zijn middelvinger.

Even terug naar die envelop met berichten over het verscheiden van de grote schrijver W.F. Hermans. Hij overleed 27 april op 73-jarige leeftijd en een dag later was ik op het terras van Morskieft in Reutum aangeland, met de fiets op weg naar Ootmarsum. Ik had alle kranten gekocht, trek in koffie en ging er bij Morskieft eens voor zitten. Ik vond en vind Hermans de grootste van de kennelijke Grote Drie, maar dan vooral omdat Reve en Mulisch buitenkantauteurs zijn, vol voyeurisme respectievelijk maniërisme, maar in mijn Top Drie van de twintigste eeuw komt ook Hermans niet voor, vanwege Elsschot, Haasse en Springer. En natuurlijk Komrij, maar dan vooral om de polemiek en poëzie.

Het hoeft er niet duimendik op te liggen. Zoals ik ook Olde Loohuis uit Reutum eigenlijk een betere politiek bestuurder acht dan Weersink, die dan misschien op drie komt, omdat burgemeester Kolenbrander op twee staat, vanwege de verhálen over hem, waaronder de legendarische boutade dat bij God en in Tubbergen alles mogelijk is. Daar zou eens een roman over moeten worden geschreven.

Deel dit nieuws!